DR. LIVINGSTONE ACHTERNA

Masters Magnificent Moments

home

fotos

We gaan naar Zambia - Botswana met het nieuwe produkt van AndersdanAnders de M3 reizen, Master's Magnificent Moments. Bij de reisbeschrijving in de brochure is er niet bespaard op superlatieven en dus zijn de verwachtingen hoog. We zijn met z'n twaalven. Met South African Airways via London naar Johannesburg, daar pikken we onze AdA reisleider, Frans, op en we arriveren samen, met een uurtje vertraging, op de piepkleine luchthaven van Livingstone in Zambia. Alle bagage heeft ons gehoorzaam gevolgd en een busje brengt ons naar de lodge, niet ver daar vandaan, mooi gelegen aan de oever van de Zambezi rivier. Alle bungalows zijn als rondavels op palen hoog boven de grond gebouwd en zijn met elkaar en de eetzaal verbonden met even hoge loopbruggen. Op de grond is het niet ondenkbaar dat je onplezierige ontmoetingen zou kunnen hebben met nijlpaarden of olifanten. Rond 16:00 gaan we met twee kleine bootjes voor de eerste bootsafari op de Zambezi. Een paar stroomversnellingen zorgen voor animatie en nattigheid en de hippopotamussen voor de eerste wildlife observaties. De traditie wil dat een namiddag safari uitloopt in een sundowner, een drankje bij de ondergaande zon. Per boot is dat niet anders en dus wordt er aangelegd aan een oever, worden de koelboxen uitgehaald en de gin tonic met gulle hand geschonken en gedronken bij de ondergaande zon. Niet slecht voor een begin.

We blijven hier nog een dag voor een bezoek aan de Victoria watervallen. Genoemd naar zijn koningin door Livingstone toen hij de watervallen voor het eerst voorgeschoteld kreeg maar de plaatselijke bevolking noemde ze al jaren Mosi-oa-tunga of Rook die dondert. Alleszins heel wat poëtischer. Het dondert nu wel iets minder, want ondertussen is een deel van het water afgeleid naar een krachtcentrale en aan het einde van het droge seizoen (het regenseizoen begint nu pas) staat het water in de rivier laag. Daardoor komen een aantal eilandjes droog in het midden van de rivier, waaronder het beroemde Livingstone Island van waarop hij de waterval van dichtbij zag. Daar gaan wij ook naartoe, niet zoals hij het deed in een gammele uitgeholde boomstam, een mokoro, maar met een degelijker eksemplaar met buitenboortmotor. Op het eiland is DE sensatie de Devil's Pool, een kleine poel vlak aan de rand waar het water omlaag dondert. Je geraakt er door een stukje te zwemmen en over wat rotsen te klauteren en dan kun je over de rand van de waterval omlaag kijken. Heel uniek.
  We krijgen hier nog een extra ontbijt geserveerd, varen terug en wandelen aan de Zambiaanse kant langs de rotswand waar bij hoge waterstand het water ook over stroomt. Van de volledige lengte van 1700m is dat nu slechts een goeie 200m. Een brug verbindt Zambia met Zimbabwe en van daar heb je eigenlijk een beter zicht op de waterval, maar door de hoge kost van een dagvisum en de politieke instabiliteit, gaan we daar niet naar toe.

Terug naar de lodge voor de lunch. Met de terrreinwagens rijden we de bush in, en daar vinden we de tafel gedekt en alles in gereedheid gebracht voor een barbecue aan de waterkant temidden van hopen 'olifantenkeutels', bewijs dat de dieren hier echt zijn, maar gelukkig niet nu.

Volgend punt op het programma is een helicoptervlucht boven de Victoria watervallen. Heel spectaculair, maar bij hoge waterstand als de stroom over de volle lengte naar beneden stort moet het effekt echt wel heel overdonderend zijn.

We brengen een bezoek aan het Chief Mukuni Village, een authentieke leefgemeenschap van de Leya of de Tokaleya. Ook Livingstone was hier kind aan huis. Zijn twee trouwe helpers Sussi en Chuma kwamen uit dit dorp. Een dame van het dorp leidt er ons rond. Er wonen zo'n 7000 inwoners en iedereen leeft er nog op de traditionele manier in rieten hutten met een omheining er omheen. Centraal staat een stenen gebouwtje waar dronkelappen en amokmakers een tijdje kunnen in afkoelen en de grote hut waar vergadert wordt.
  Ze hebben hier ook hun eigen koning en koningin met een heel interessante manier om de opvolging te regelen: als ie te lang leeft mag hij vergiftigd worden. Natuurlijk is er ook een grote centrale markt waar de plaatselijke kunstenaars (alle mannen waarschijnlijk) hun waren kunnen aanprijzen aan de bezoekende toeristen.
  Nog een fotostop aan een reusachtige baobabboom en we kunnen ons hartje ophalen aan een prachtige zonsondergang.

We verlaten Livingstone langs een goeie weg naar de Chobe, een zijrivier van de Zambezi. We gaan via het vierlandenpunt aan de Caprivistrip waar Zimbabwe, Zambia, Botswana en Namibie samenkomen en waar de Chobe rivier in de Zambezi komt.
  Lange rijen vrachtwagens staan langs de kant kilometers voor we in Kazungula, grenspost en oversteekplaats, aankomen. Ze wachten hier op hun beurt om overgezet te worden. 10 dagen wachttijd is hier geen aardigheid zegt Frans. Niet verwonderlijk, de oversteek gebeurt hier met een paar aftandse ponten waar amper 1 truck en enkele wagens op kunnen. Gelukkig moeten wij daar niet op wachten. Ons busje zet ons af aan de waterkant, we worden uit Zambia uitgestempeld en gaan dan in kleine bootjes, met onze bagage naar de overkant. We zijn nu in niemandsland tussen Zambia en Botswana.
  We moeten er wachten temidden van alle andere afrikanen en reizigers op ons volgend transport die ons een boogscheut verder brengt naar de Kazungula Border Post van Botswana voor onze volgende stempel en ontsmetten van onze schoenzolen om mond en klauwzeer uit Botswana te houden. Dan naar de volgende grenspost aan de oever van de Chobe rivier om Botswana terug uit te gaan, ook weer zo'n goeie boogscheut verder.
  Daar gaan we in bootjes, weer met bagage en varen dan naar het Impalila Island, de grenspost met Namibie, want, zo blijkt, de beide rivierschepen waar wij de volgende 2 dagen op verblijven varen onder Namibische vlag.

Het gezelschap wordt verdeeld over de twee boten. Voor de gezamelijke maaltijden wordt er van de ene naar de andere geshutteld met kleine motorbootjes die achteraan hangen. Het is ondertussen middag en de bar gaat onmiddellijk open voor het aperitief. Na de lunch gaat iedereen terug naar zijn respectievelijke boot en wordt het vertreksein gegeven voor onze tocht op de Chobe rivier.

De ene oever is Namibie, daar wordt aan veeteelt gedaan en grazen de koeien aan de waterkant, de andere oever is Botswana en het Chobe National Park en komen de kuddes olifanten regelmatig drinken en hun bad nemen. Vogels van alle pluimage en grootte bevolken de oever, regelmatig zien we een krokodil die ligt te zonnen, bavianen die hun toilet maken en uiteraard hippopotamussen. Die zijn massaal aanwezig. Overal waar je kijkt duiken ze regelmatig op of onder of zie je ze met hun ogen, oren en neus net boven het wateroppervlak uitsteken en uizonderlijk zie je ze ook wel 'ns op de oever staan grazen want gewoonlijk gebeurt dat 's nachts. Af en toe zien we ook in de verte grote kuddes met buffels en antilopen maar die liggen buiten ons bereik.

In de late namiddag wordt aangelegd, worden de boten vastgemaakt aan enkele struiken op de oever en gaan we met de kleine bootjes de Chobe rivier op. Niet dat we nu veel meer zien, want de bootjes liggen soms te laag om over de oeverbank te kijken maar het is weer een gelegenheid voor een sundowner te midden de rivier en je hebt ook wel wat kans op sensatie want op een ander bootje worden ze danig door mekaar geschut als een grote krokodil hun bootje ramt.

Zo brengen we 2 dagen door, soezend, kijkend, fotograferend of nog zoals Frans het prachtig uitdrukte "you eat a lot, you drink a lot, and you do nothing a lot". 's Morgens wordt je gewekt met het geluid van de visarenden en als je vroeg genoeg op bent kan je de mooie zonsopgang bewonderen.

We zijn klaar voor het volgende deel, we varen terug naar de Namibische grenspost op het Impalila island voor onze stempel en vandaar terug naar de Botswana grens.
  We gaan niet terug langs de pont maar naar de kleine luchthaven van Kasane voor de vlucht naar de Okavango delta. Die is pas om 13:00 en we moeten een kleine 03:00 wachten. Eigenlijk, zegt Frans, had men ons naar een lodge moeten brengen om daar ook te lunchen, maar dat bericht was in de tamtams blijven steken en dus wachten we geduldig, en zonder lunch, in het luchthavengebouwtje tot de Cessna Caravan van Mackair arriveert om ons naar de airstrip van Stanley Camp te vliegen.

De vlucht duurt ongeveer 01:30 over een dor, kaal en droog landschap tot we aan de delta komen waar het water van de Okavango voor een prachtige vegetatie zorgt.
  We landen op de eenvoudige landingsstrip in een wolk van stof. Het ontvangscomite staat klaar met 3 terreinwagens, 1 voor de bagage en 2 voor de passagiers en we worden naar het kamp gevoerd in de bush en daar worden we dan nog eens hartelijk verwelkomd op z'n afrikaans.

We logeren hier in tenten. Nu ja, tenten, eigenlijk zijn het bungalows met dak en muren in canvas en verder met alle voorzieningen. Best gezellig.

Te laat voor de lunch, maar net op tijd voor de "koek en thee" om 16:00 schuiven we direct aan voor een hapje en een drankje en stappen dan weer in de terreinwagens voor de namiddag en avond safari en dan nog later op de avond apero aan het kampvuur en diner in de grote centrale tent.

's Anderendaags, wekdienst om 05:30 met koffie en thee aan de tent. De zon komt op en we hebben al direct visite. Een vogel nodigt zichzelf uit op het dienblad dat nog voor de tent staat en bedient zich met veel genoegen van de melk in het melkkannetje.

Een vlug ontbijt en om 06:30 zijn we weer op pad voor de ochtendsafari tot 11:30, tijd voor de lunch en dan siesta tot 16:00, dan koek en thee, en om 16:30 weer op pad voor de namiddag en avond safari, tijd maken voor de sundowner ergens in de bush bij zonsondergang en dan terug naar het kamp voor het avondeten en tussen al dat eten en drinken proberen we zoveel mogelijk dierenobservaties en fotos te verzamelen: wrattenzwijnen met en zonder kleintjes, zebras, giraffen in alle formaten, buffels, gnoes, ontelbare impalas heel dikwijls met kleintjes erbij en hopen olifanten. Een van die knapen staat op een morgen vlak aan onze tent rustig te smikkelen en wij moeten wachten tot hij verder wandelt alvorens wij naar ons ontbijt kunnen gaan.

De grote katten laten het afweten. Leeuwen zijn in geen velden of wegen te bespeuren maar daar staat tegenover dat we getrakteerd worden op meer dan een observatie van het schuwe en eerder zeldzame luipaard. Eerst een mannetje en een wijfje dat tijdelijk samen is voor het paarseizoen en dat niet alleen gestoord wordt door de toesnellende 4x4's maar ook nog eens door een koppel hyenas. Het nec plus ultra voor de aanwezige amateurcineasten die kunnen vastleggen hoe een van de luipaarden vliegensvlug een boom inklimt om aan de hyenas te ontsnappen en er nadien sprongsgewijs terug uitkruipt.
En daags nadien nog eens een wijfje alleen, dat zich ongestoord laat fotograferen, zich niks aantrekt van alle terreinwagens die om haar heen staan en er zelfs ongegeneerd onderdoor loopt.
  Je hebt hier natuurlijk ook talloze vogelsoorten van alle pluimage en grootte, die meer dan eens de meubels moeten redden als al het andere wild het laat afweten en zich niet thuis meldt. En het landschap dat met z'n tropische savannne en de verschillende waterpartijen daartussen, zich in het late zonlicht van de namiddag van z'n mooiste zijde laat zien en de zonsondergangen zijn dikwijls om stil bij te worden.

We hebben nog een boottochtje te goed met de mokoro. Traditioneel een uitgeholde boom waarmee de plaatselijke bevolking al eeuwen lang al hun verplaatsingen op het water doet. Voor het comfort en de veiligheid van de toerist heeft men die dingen nu nagemaakt in polyester maar wel zodanig dat ze er nog steeds uitzien als waren ze uit hout gemaakt. 2 personen per bootje, ieder op een aangepast zitje, een stuurman die rechtop staat achterin en je glijdt stil langs het riet en de waterlelies over water dat verrassend helder en redelijk ondiep is. We stoppen aan een klein eilandje en gaan aan land om vandaar naar hippos en crocs te kijken, maar die zijn niet op de afspraak.

Tijdens een van de avondsafaris, waarbij kris kras door het landschap gebold wordt terwijl de chauffeur of de bijrijder driftig links en rechts de wereld verlicht met een sterk zoeklicht en meestal vooral veel insekten lokt, zoekt en vindt onze chauffeur een nest van hyenas met 2 volwassenen en een aantal kleintjes die nieuwschierig en onbevreesd naar de terrreinwagens komen toegelopen. Mooie fotos verzekerd.

We moeten afscheid nemen van onze vriendelijke gastheer en gastvrouw in Stanley Camp. We gaan nu naar het Lower Zambezi National Park. Koffers worden aangedragen en we worden verdeeld over 2 vliegtuigjes van MackAir want de landingstrip is hier te kort om met een volle lading passagiers met bagage op te stijgen. 3 man wordt in de kleine Cessna geladen en de rest met bagage in de grotere Cessna Caravan.
  Het weer is ondertussen niet meer wat het zijn moet en we landen in de gietende regen op de luchthaven van Kasane en voorlopig, zeggen de piloten, gaan ze daar niet onmiddellijk met dit weer de lucht in. We moeten wachten op beter weer en het duurt wel een paar uurtjes voor we het verlossend signaal krijgen dat we allemaal, en nu met hetzelfde toestel kunnen opstijgen richting Livingstone. Daar staan weer 2 andere toestellen ons op te wachten, van de maatschappij Pro Flight dit keer, die ons naar de landingstrip van Kulefu brengen. 't Is daar nog niet gedaan, iedereen en bagage wordt in bootjes geladen die ons dan uiteindelijk naar Kulefu Camp aan de Zambezi brengen.

05:30 komt de zon op, een prachtige zonsopgang die we vanuit onze tent-bungalow kunnen bewonderen. Om 06:30 zijn we weer paraat voor onze ochtendsafari en dit keer willen we leeuwen zien! En zie, de goden zijn met ons. Eerst zien we een sleepspoor van een prooi en dan impalas die allemaal gebiologeerd in dezelfde richting kijken en dan zien we ze: een leeuwin met haar welpje. Zij heeft een prooi gevangen, die naar een schuilplaats gesleept en komt nu haar jong ophalen. We volgen hen tot aan hun schuilplaats onder een dichte struik maar nog net zichtbaar genoeg om te zien hoe het jong zich amuseert met de gedode prooi, een groot wrattenzwijn. Bingo!.

De waterbokken, de olifanten, de zebras en zelfs het luipaard dat we hier ook nog te zien krijgen, het kadaver van een olifant met de gieren vlakbij en de uitgebreide kollektie vogels zijn een welgekomen aanvulling.

En dat we hier echt wel midden in de bush zitten wordt nog maar eens duidelijk als een grote troep olifanten dwars door het kamp marcheert.

Het is bloedheet, en van de siesta maak ik gebruik om mijn hemd en short te wassen op mijn beproefde manier. 2h later zijn ze allebei droog.

De namiddag safari is op het water met de kleine bootjes. Er zitten hier meer hippos in het water dan luizen op een straathond en op de eilandjes in de stroom staan olifanten die zich te goed doen aan het groen. De sundowner is stroomopwaarts aan de oever, een fancy affair met dekstoelen én geimproviseerde bar maar een onweer dreigt en we haasten ons terug naar het kamp en tijdens het avondeten barst het goed los. Een volledig klank en lichtspel overgoten met heel veel water.

's Morgens kunnen we pas goed zien hoe erg het onweer heeft huisgehouden. Het water is onder de deur van de badkamer binnengestroomd en die staat blank. Ik kan m'n tanden poetsen en voeten wassen tegelijkertijd. Met man en macht gaat operatie "Opkuis" direct van start.

Vandaag gaat de ene helft kanovaren en de andere helft vissen op tigerfish en dan wordt na de middag gewisseld. We varen weer stroomopwaarts met de kanos op sleeptouw, tot waar er een smal kanaal in de Zambezi komt. Daar starten we. De veiligheidsbriefing klinkt onheilsspellend: handen goed binnen houden, oppassen voor krokodillen en hippos, maar uiteindelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. 4 kanos, 2 met een passagier en een ranger en 2 met 2 amateurs. Het gaat wat stroef in het begin, maar allengs gaat het vlotter en de crocs houden zich koest. 2h paddelen we voort, met een korte break halverwege, en we passeren een familie hippos die ons van op afstand ongeinteresseerd begluurt. We leggen aan, trekken de kanos op het droge, klaar voor de volgende ploeg die van hier zal verder gaan en wachten op transport om ons naar het kamp terug te brengen. En dan zijn we getuige van de wet van de jungle. Twee bavianen hebben ieder een impala jong te pakken gekregen en schieten er mee een boom in, vruchteloos achterna gezeten door een aantal woedende impalas. Als we doorrijden zien we ze allebei "smakelijk" eten.

Na de lunch bedank ik voor de visserij en opteer ik voor een (nog) luiere middag. Het is weer bloedheet en het slechte nieuws is dat tengevolge van het onweer van de vorige dag de generator kapot is en er geen electriciteit is. Geen ventilator in de kamer en geen licht. We moeten het rooien met kaarsen en petroleumstormlampen. Dit is pas echt "Out of Africa". En het wordt nog echter, als er 's nachts weer een kletterend onweer losbarst en het water weer met bakken uit de hemel valt. Alle inspanningen ten spijt staat de badkamer weer goed en wel onder water en is het ganse terrein herschapen in een grote modderpoel.

Geen electriciteit, dus ook geen internetverbinding, enkel de sateliettelefoon functioneert, en de vraag hangt in de lucht of de vliegtuigen die ons moeten komen oppikken deze morgen wel kunnen landen en opstijgen op de grintbaan. Maar een uurtje later dan gepland horen we het gebrom van de 2 vliegtuigen en worden we weer met de bootjes terug naar de landingstrip gebracht. Afscheid nemen van de rangers en we vertrekken naar de luchthaven van Mfuwe voor het laatste stuk van onze reis het South Luangwa National Park.

Dit park is volgens de brochure zowat het Shangri La van de parken, een van de allermooiste, een ongerepte natuur waar we volop de echte wildernis gaan beleven. We worden weer verwacht met 2 wagens en aanhangwagen voor de bagage en een gewapende game warden die ons vergezeld. Alvast indrukwekkend. De Chichele Presidential Lodge is het vroegere buitenverblijf van de eerste president Kaunda, en de luxe en de service is er navenant. Na de lunch vertrekken we alweer voor de namiddag safari maar een snel opkomend onweer met ongelooflijk veel wind, stof en uiteindelijk striemende regen zorgt er voor dat we al snel rechtsomkeert maken en het comfort van de lodge en de bar opzoeken. Het giet weer water, maar de badkamer blijft dit keer lekker droog!

05:30 reveille, 06:30 safari. We rijden rond tot 11:00, maar van de zo lyrisch omschreven overvloed is niks te zien. De wijze waarop de "plains" kilometers in de ronde leeg zijn is eigenlijk indrukwekkend. Uiteindelijk slaagt onze chauffeur er in om 3 jonge leeuwen (1 mannetje en 2 wijfjes) te strikken. Daarmee moeten we het eventjes doen, dat en het fast food van de plains de impalas, enkele zebras, een dolende olifant en een paar giraffen.

Om 16:30 doen we een nieuwe poging, maar eigenlijk is ze al op voorhand gedoemd om te mislukken want ook nu weer zie je op je sokken het onweer afkomen en het scenario herhaalt zich, harde wind, striemende regen donder en bliksem en voorzover ik kan tellen zitten we niet ver uit het centrum van het onweer. De verschafte regencapes zorgen er voor dat je minder snel doorweekt wordt. Dit is kleigrond, droog, steenhard, nat, een kleverige gladde smurrie en dan maakt onze chauffeur een inschattingsfout bij een kleine helling. De wagen glijdt weg, en kantelt. Iedereen klautert eruit en de chauffeur verkiest om geen poging te doen om de wagen los te rijden nu ie lichter is maar om direct via z'n radio een andere wagen te vragen die kort daarna komt opdagen. Kletsnat, bemodderd en beslijkt maken we onze entree in de lodge.

Laatste dag in het South Luangwa National Park. We krijgen een andere chauffeur die z'n hemel zowat verdiend met de pogingen die hij onderneemt om de eer en de reputatie van het park te redden. Maar uiteindelijk kan ook hij met al z'n goeie wil niet te voorschijn toveren wat er niet is. Het wild heeft andere oorden opgezocht. Maar aan zijn rijkunsten valt niet te twijfelen. Hij slaagt er zelfs in een collega die met zijn voertuig vastgereden was in de modder, er uit te duwen. Asjeblieft!

's Avonds zijn we nog getuige van een ander natuurfenomeen. Na de eerste regenbuien zijn de vliegende mieren uitgebroed en komen massaal naar het licht in de lodge en ook door spleten en kieren in onze kamer. Voor het slapengaan moeten er heel wat plat gemept worden.

We worden naar de luchthaven van Mfuwe teruggebracht, maken nog een stop in het dorpje van een van onze chauffeurs om wat couleur locale op te snuiven en brengen wat verder een kort bezoek aan een fabriekje voor "tribal textiles", een uit de hand gelopen NGO projekt dat een wereldhit werd, krijgen toch nog een kletterende regenbui op onze donder en vertrekken uiteindelijk met een jetstream naar Lusaka voor de laatste overnachting en het afscheidsdiner in het Intercontinetal Hotel.

's Anderendaags nog eventjes genieten in de schaduw van een francipaneboom aan het zwembad en dan de lange trip naar huis, van Lusaka naar Johannesburg, naar London, naar Brussel en naar Antwerpen.

Een reis die z'n 'magnificent moments' had, maar onze verwachtingen werden toch niet voor het volle pond ingelost.